Ik hou van pais en vree. Ik voel me lekker bij harmonie. Dan komt het beste uit me naar boven. Ik presteer gewoon beter als ik me veilig en goed voel. Dat is toch heel normaal?
Net als de natuur beweeg ik me steeds zo dat er weer harmonie ontstaat. De ideale staat van zijn. En dat mag dan verschrikkelijk soft klinken, maar zacht is de weg naar harmonie allerminst. Deze weg zit vol stormen, ruzies, overstromingen, huilbuien en schokken. Net als in de natuur.
Ik ben heel fijn afgestemd en voel al snel wanneer de harmonie dreigt te worden verlaten. Net als een moeder aan de drukke eettafel die voordat de bom barst al heeft ingegrepen. Een tikje onder tafel aan pa met een knikje richting de jongste (voordat deze begint te krijsen dat het zelf eten niet lukt). De oudste die bevestigend wordt geantwoord dat hij appelmoes mag pakken (normaal mag dat niet, maar nu is zich een donderbui boven het hoofdje aan het vormen), en de middelste die een knipoog krijgt ter ondersteuning (ik heb je verhaaltje gehoord).
Aanvoelen wat nodig is in organisaties, aanvoelen wat mensen nodig hebben. Patronen zien en herkennen. Weten welke kant een idee of beslissing op gaat. Of het dienend is zoals we het voor ogen hebben. Voorbij de aangeleerde methodiek gaan, teug naar stap 0 in plaats van door naar 5. Een pas op de plaats maken of in de opening springen die zojuist is gecreëerd (policy window). Verbinden van maatschappelijke behoeften naar ideeën over dienstverlening en producten. Weten en voelen wat er speelt. De agenda omgooien omdat iemand of iets aandacht behoeft. Luisteren. Stilzitten. Afstemmen. Creatieve oplossingen of suggesties komen.
Zoals een moeder die echt nog even een boodschap moet doen ook al regent het pijpenstelen. Met een jengelende peuter die zojuist het woordje “Nee” heeft ontdekt. Met een baby in de kinderwagen die vecht tegen de slaap (na een onrustige nacht want doorkomende tandjes). En een kind dat over een uur uit school komt. Voelen. Even adem halen. Wat werkt nu? Wat is nodig? De oplossing komt op. Knielend voor de peuter vraagt moeder of hij zijn rode óf blauwe jasje aan wil. De rode. “Wil je de rits zelf doen of zal ik een beginnetje maken?”. Geen vragen waar een “nee” op kan worden geantwoord. Goed. De wiegende kinderwagen op weg naar de winkel sust de baby in slaap. Moeder legt snel nog iets lekkers op de band voor bij de limonade. Klaar voor een volgende situatie.
Ik dacht lang dat dit inzicht in wat nodig is redelijk normaal was. Als iets je van nature zo gemakkelijk afgaat dan denk je al snel dat iedereen dat ook ziet of kan. Niets is minder waar. Het blijkt één van mijn kwaliteiten als Hoog Sensitief persoon.
De situatie spreekt voor zich. Althans voor mij. Ze kijken elkaar niet aan. Ze kijken bewust elkaars kant niet op. Contact wordt vermeden. Toch zit ik met de drie belangrijkste mensen van het bedrijf samen. De CEO lijkt deze non-communicatie niet op te vallen. Hij vertelt hoe hij het bedrijf ziet, wat er mis is en aan wie dat ligt. Niet aan hem. De andere twee knikken bevestigend. Ik zie echter een ander beeld ontstaan, waarin de CEO de spil van het verhaal is en hij (onbewust?) de andere twee tegen elkaar uitspeelt. Weten ze dat van elkaar? “Niet echt”, zegt mijn innerlijke stem. Ik stel voor met ieder van hen een aantal gesprekken te voeren om tot de kern te kunnen komen. Op basis daarvan zal ik mijn diagnose vormen en voorleggen.
Bij sommige kwaliteiten is het heel lastig aangeven wat je resultaat zal zijn. In mijn geval blijft vaak een ergere situatie bespaard. Je zou het preventie kunnen noemen. Het kan je zo maar vele tonnen of miljoenen schelen, lastige ontslagprocedures en een hoog verloop. Maar ja, dat is moeilijk te bewijzen. Ik voel me dan ook wel eens die vrouw die via een tijdmachine terug komt in 2022 en vertelt dat ze Hitler heeft vermoord. “Wie is Hitler?”, vragen haar vrienden.
Terug naar Homepage
Foto via Unsplash van Jud Mackrill
Geef een reactie